top of page
Zoeken

Schopenhauer, verlangens en tuinbonen

  • Foto van schrijver: Rianne Denissen
    Rianne Denissen
  • 2 mrt 2022
  • 4 minuten om te lezen

In de winter verlang ik naar alles. Alles wat er op dit moment niet is. Ik zou net zo goed kunnen zeggen dat ik verlang naar de zomer, maar daar moet ik mee uitkijken. Wanneer ik in de winter hardop tegen mijn familie zeg dat ik zin heb in de zomer, krijg ik de wind van voren. Zo’n wind die zijn eigen seizoen verdient. Mijn ouders, allebei wonend op het platteland, stammen allebei uit boeren stambomen met vertakkingen waar je u tegen zegt. In de winter toegeven dat je zin hebt in een zonnetje en een temperatuur van 28 graden is als vloeken in de kerk, of beter gezegd, alsof je met je laarzen de keuken binnenloopt. Dat moet je gewoon niet doen.


Hoe dan ook. Ik mag het gewoon zeggen: ik heb zin in warme zonnestralen op mijn gezicht, de geur die me tegemoet komt waaien als ik onder de torenhoge lindebomen in mijn straat fiets en de intense vrijheid die je ervaart wanneer je al vier dagen je haren niet hebt geborsteld omdat ze door het zout water of door het chloor uit het zwembad toch niet meer te temmen zijn. Dat soort dingen. Daar heb ik zin in.

Misschien is het ook wel inherent aan verlangen. Iets willen wat er niet is. De onmogelijkheid als een voorwaarde van het verlangen zelf. Veel van deze zomer verlangens kunnen we relatief makkelijk oplossen of in elk geval onszelf proberen te manipuleren met het idee van de zomer. Het valt me op hoe vaak we het woord ā€˜zomers’ ergens opplakken aan het einde van de winter en daarmee onszelf een stukje zomer proberen toe te eigenen. Een ā€˜zomerse’ salade eten in maart is helemaal niet vreemd wanneer het op de menukaart van je favoriete vegan lunchcafe staat en we daarmee collectief in een illusie proberen te leven en negeren dat het nog steeds winter is. Ik krijg er een beetje hetzelfde gevoel van wanneer er in september al pepernoten in de schappen liggen. Op zulke momenten zou ik heel graag andere klanten door elkaar willen schudden en daarbij op dramatische wijze willen roepen: ā€˜WHAT THE HELL IS GOING ON?’


Ik maak me er zelf ook schuldig aan hoor. Het verlangen. Het manipuleren. Het is namelijk winter, ā€˜hartje’ winter en ik heb vandaag weer een van de zoveelste anti-winterse verlangens. Ik verlang naar tuinbonen. Tuinbonen zijn wat mij betreft onlosmakelijk verbonden met de zomer. Ze zijn, met een beetje geluk, twee maanden per jaar verkrijgbaar. Geloof het of niet: maar dat is dus in de zomer. En van die twee maanden moet je geluk hebben dat je ze ergens vers kan krijgen.


Dat verlangende, ietwat zeurende, stemmetje in mijn hoofd dat maar over tuinbonen blijft dagdromen, doet me denken aan misschien wel de meest verbitterde filosoof aller tijden: Arthur Schopenhauer.


Volgens Schopenhauer wordt de wereld aangedreven door de Wil, een soort drift die stuurloos, irrationeel en bovendien onontkomelijk is. Alles in de wereld wordt bepaald door de Wil. Het is de kracht van ons universum en manifesteert zich in alles en iedereen. In ons bestaan, zo stelt Schopenhauer, worden we continu geteisterd door het willen van dingen, het verlangen naar iets. Al dit willen en verlangen in ons komt voort uit een gebrek. Ik heb bijvoorbeeld, bij gebrek aan de zomer en de onvermijdelijke aanwezigheid van de winter, een verlangen naar de zomer.


Dit gebrek kunnen we definiƫren als het tegenovergestelde van geluk. Op het moment dat we onze Wil zouden kunnen bevredigen, maakt dit tijdelijk een eind aan de pijn die we ervaren door het gebrek. Maar, het schrijnende aan de staat van onze wereld, is dat de Wil een oneindige Wil is die alleen maar tijdelijk bevredigd kan worden. Er zullen namelijk altijd weer nieuwe gebreken en verlangens de kop opsteken. Op het moment dat ik alles heb wat ik maar wenste: de zon op mijn gezicht, de geur van lindebomen in mijn neus en ongetemde haren op mijn hoofd, zelfs dan zal de Wil alsmaar blijven opduiken en ons doen verlangen naar iets anders.


Ondanks dat Schopenhauer stelde dat we nooit daadwerkelijk zullen kunnen ontsnappen aan de Wil, kunnen we het lijden als gevolg van de Wil wel tijdelijk verminderen. Schopenhauer zag de kunst bij uitstek als een onderdeel van het bestaan waarin we onszelf als subjecten konden verliezen en we ons volledig konden kwijtraken in het object (de kunst). Op het moment dat we onszelf verliezen in iets anders, zo stelde hij, kunnen we onze eigen Wil tijdelijk vermijden.


Maar als ik de Wil tijdelijk kan vermijden door mezelf te verliezen in iets buiten mezelf, zou ik tuinbonen dan niet op een kunstzinnige wijze kunnen bereiden en me vervolgens kunnen verliezen in deze ervaring? Het verliezen in het bereiden en het eten van de tuinbonen? Volgens Schopenhauer kan de ontsnapping aan de Wil plaatsvinden binnen de kunst, omdat kunstobjecten de Wil op adequate wijze kunnen uitdrukken. Kunst kan uiting geven aan de vreugde, de pijn, het verlangen, het genot, kortom, alle ervaringen die gepaard gaan met de Wil zelf. Deze abstracte uitingen van de Wil in de kunst kunnen wij observeren en alleen dan kunnen we de Wil tijdelijk ontsnappen.


Is het mogelijk om het bereiden en het eten van de tuinboon te verheffen tot kunst? Kan ik de pijn van het verlangen, een verlangen zo groot als de winter zelf, laten samensmelten in die bereiding? Zou een pannetje gekookte tuinbonen een voldoende abstracte uiting zijn van de Wil? Het zijn vragen waar ik nog geen antwoord op heb. Een vriend van me leerde me ooit dat je tuinbonen ook kan bevrijden uit hun vel voordat je ze kookt. Dubbel doppen, heet dat. Met die techniek smaakt de tuinboon opeens heel anders. Of ik de tuinboon met deze techniek zou kunnen verheffen tot een kunstobject zal komende zomer moeten blijken. Tot die tijd zal ik het moeten doen met een liefdesliedje over de tuinboon, om het verlangen en daarmee het lijden te bestrijden:


De tuinboon Zacht harnas Lichtgroen gekraak Glimmende granaten Fluwelen jas Ik wou dat ik in je kon slapen Wonen in de bonen Mezelf toedekken met het witte deken Jij noemt ze jouw muren Tot die tijd zal ik wachten In juli Wil ik wonen in bonen

Opmerkingen


Rianne Denissen

  • Instagram
  • LinkedIn
bottom of page